Terug naar boven

NVTS congres in gesprek met Simone Gouw

29 oktober 2021
NVTS congres in gesprek met Simone Gouw

Kunt u zich kort introduceren?
Ik ben Simone Gouw. Gepromoveerd op bruxisme, maar bovenal orofaciaal en psychosomatisch fysiotherapeut op het Academie Instituut in Utrecht. Een gouden combi, zoals uitdrukkingen als 'verbijten' zo mooi samenvatten. Omdat ik de opleiding Gnathologie heb afgerond en nog altijd werk op het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het Radboudumc, sta ik ook met een half been in de tandheelkunde. Dit geeft mij een breed assortiment aan kennis en kunde om mijn patiënten zo goed mogelijk verder te helpen.

Kunt u voor de lezer die niet aanwezig was tijdens het congres, een korte samenvatting geven van uw presentatie?
In mijn presentatie behandelde ik het thema “Orofaciale therapie na MRA-complicaties”. Ik besprak het vak fysiotherapie en de verschillende relevante specialisaties daarbinnen, de associaties tussen de kaak en de nek waardoor wij altijd binnen het gehele bovenste lichaamskwadrant werken, de meest voorkomende kaakklachten bij MRA-gebruik (knappende of blokkerende kaken, pijnlijke kaakgewrichten of kauwspieren) en hoe deze te behandelen en waar de MRA-specialist rekening mee kan houden ter preventie van spier- en gewrichtsklachten.

Hoe zou u omgaan, met mensen die u zou zien met TMD-problematiek, die eigenlijk in aanmerking zouden willen komen voor een MRA-behandeling? Eerst behandelen tot er helemaal geen klachten meer zijn, of een aangepast traject? In het laatste geval, wat zou u adviseren?
De keuze voor het beleid is afhankelijk van de ernst en de aard van de TMD-klacht. In de meeste gevallen, waarin sprake is van typische TMD-klachten (en die niet chronisch of therapieresistent zijn gebleken), is eerst behandelen tot (nagenoeg) klachtenvrij geïndiceerd, alvorens te starten met een MRA-behandeling. Is het echter een complexere casus, dan kan er een aangepast traject worden gekozen in samenspraak met de MRA-specialist en de fysiotherapeut/gnatholoog. Vanuit mijn vakgebied zijn met name de principes uit de trainingsleer van belang, waaronder supercompensatie. Dit is het fenomeen waarbij het herstel van weefsels na een training impuls tot boven het oorspronkelijke niveau komt. Oftewel, de weefsels zijn belastbaarder geworden na training. Op het moment dat er te vroeg, te laat, te intensief of te mild getraind wordt, wordt de capaciteit niet beter of zelfs slechter. Ook gebruik en/of titratie van een MRA kan (trainings)opbouw vragen.

U bent naast fysiotherapeut-gnatholoog ook psychosomatisch fysiotherapeut. In welke zin heeft psychosomatiek een rol binnen MRA behandelingen?
Naast het feit dat psychosociale factoren vaak tot overbelasting van het kauwstelsel kunnen leiden, moet ik hierbij ook denken aan de cognities en overtuigingen die een patiënt kan hebben rondom een MRA-behandeling. Een (pijn)klacht die is ontstaan sinds het dragen van een MRA, kan weerstand oproepen voor het continueren van de behandeling. Een MRA hoeft hierin echter niet de oorzaak te zijn, maar kan wél een trigger zijn geweest. Dit model (predisponerende – precipiterende – perpetuerende factoren) kan heel relevant zijn in de patiënteducatie, aangezien het inadequate overtuigingen over de oorzaak van de klachten kan wegnemen. Vaak wordt een MRA, of in het slechtste geval de behandelend specialist, als schuldige aangewezen. Dit terwijl het ook slechts de uitlokkende factor kan zijn, oftewel de druppel die de al volle emmer (overbelast kauwstelsel door bijvoorbeeld mondgewoonten) doet overlopen.

Wat zou u tandarts-slaapgeneeskundigen mee willen geven vanuit uw vakgebied? En zijn er dingen die wij mee zouden moeten nemen in MRA-behandelingen?
Trainingsleer! Vergeet niet dat belasting opgebouwd moet worden om spier- en gewrichtsweefsel optimaal te laten adapteren aan de gewenste situatie. Net zoals wij niet vandaag kunnen bedenken een marathon te gaan lopen en hem 


Ander nieuws